Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want ik was [6]mijns vaders zoon, [7]teder, en een [8]enige voor het aangezicht mijner moeder. 6. Dat is, een zonderlinge zoon, dien hij zeer liefhad en voor wien hij grote zorg droeg. Van zulken zeggen wij ook: Hij is des vaders zoon. 7. Dat is, tederlijk opgebracht en zorgvuldiglijk gadegeslagen. 8. Dat is, wel bemind en zeer lieftallig, als een enigen zoon; vergelijk 1 Kron.3:5.